De geschifte generaal Buck van de
Amerikaanse luchtmacht beveelt een
nucleaire aanval op de Sovjetunie, overtuigd
dat zijn lichaamssappen in gevaar
zijn. De president en de militaire bevelhebbers
proberen de bommenwerpers
terug te roepen, aangezien de Russen
net een “doemsdagmachine” hebben
uitgevonden die automatisch alle
leven op aarde zal vernietigen als er ook
maar één bom valt op hun grondgebied.
Kubricks parodie op de Koude Oorlog, de
wapenwedloop en de zogenaamde “mutually
assured destruction” heeft ons enkele
bekende beelden opgeleverd, zoals
de piloot van de bommenwerper die met
cowboyhoed in de hand op de vallende
atoombom rijdt alsof hij aan een rodeo
deelneemt, maar deze zwarte komedie
geeft toch een goed beeld weer van
de gevoelens die leefden bij het Amerikaanse
volk en hun leiders. Eén van de
generaals vindt het jammer dat zij zelf
geen doemsdagmachine hebben. Wanneer
de ene bom valt die ze niet konden
stoppen, laat dezelfde generaal toch nog
een overwinningskreet horen, voor hij beseft
wat hij doet. Zelfs op het moment dat
ze overlevingsmogelijkheden bespreken
in diepe mijnschachten, wordt er opgeworpen
dat deze beter moeten zijn dan
die van de Sovjets, gezien zij wel eens
een mijnschachtinvasie zouden kunnen
plannen. Hierin ziet Dr. Strangelove,
die vroeger voor Nazi-Duitsland werkte,
zijn droom werkelijkheid worden: alleen
de “beste mensen” zullen overleven. Bij
een laatste idee staat hij zowaar recht
uit zijn rolstoel, maar zijn geniale inval
krijgen we nooit te horen. Verbaasd door
het feit dat hij kan lopen roept hij “Mein
Führer, I can walk!”, waarna de fi lm eindigt
met een collage van nucleaire explosies
op het gezellige deuntje “We’ll Meet
Again” van Vera Lynn, dat vooral bekend
werd tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het gros van de humor komt voort uit
de absurde situaties, die midden in de
Koude Oorlog niet eens zo ongeloofwaardig
overkomen, maar seksuele humor
is ook nooit veraf in deze “Freudiaanse
nachtmerrie”. Generaal Buck kwam immers
op het idee dat zijn lichaamssappen
bevuild waren, toen hij een moment van
impotentie had en Dr. Strangelove meent
dat er meerdere vrouwen per man aanwezig
moeten zijn in de mijnschachten,
om het menselijke ras opnieuw op te bouwen;
bovendien moeten deze vrouwen
“zeer stimulerend” zijn, zodat de mannen
niet verveeld geraken met hun taak.
De oorspronkelijke eindscène zou een
taartengevecht zijn, maar Kubrick vond
dit uiteindelijk te banaal in vergelijking met
de rest van de fi lm. Ook op te merken is
het feit dat dit zijn enige komedie is. Latere
fi lms zijn eerder psychologisch en
draaien rond een krankzinnig personage
dat anderen begint af te slachten, zoals
de computer HAL in “2001: A Space Odyssey”,
Alex in “A Clockwork Orange”,
Jack Torrance in “The Shining” en Pyle
in “Full Metal Jacket”. Generaal Buck
kan ook wel in dit rijtje passen, maar het
thriller-element ontbreekt compleet. Kubrick
had oorspronkelijk een serieus drama
gepland, maar door het paradoxale
en de inherente absurditeit van “mutual
assured destruction” kon hij gewoon niet
anders dan er een komedie van maken.
Tenslotte toch ook een vermelding van
Peter Sellers (vooral bekend als Inspecteur
Clouseau in de Pink Panther fi lms),
die drie rollen voor zich neemt: de president,
die meestal aan bod komt als hij aan
de telefoon hangt met de Russische premier
(“Natuurlijk zie ik u ook nog graag,
Dimitri.”), als Britse commandant in een
uitwisselingsproject, die Generaal Buck
probeert tegen te houden, en als de geschifte
Dr. Strangelove zelf, die vaak zijn
rechterarm niet onder controle heeft. De
eindscène is compleet door hem geïmproviseerd;
als je goed kijkt, zie je dat de
Russische ambassadeur, net zoals de
kijker, amper zijn lach kan bedwingen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten